’t Otterholof, „Xanthe beschrijft hun fursonæ
in proza, want die kan niet tekenen”

Over Xanthe

Xanthe van Otterburn werd ietsentwintig jaar geleden geboren uit de liefdevolle verbintenis van ene Henk van Herten en eene Olivia Otter­burn, in de ongetemde wildernis van het Nor­thum­bri­sche platteland. (Meneer van Herten trok aan het kortste eind bij het kiezen van de naam van zijn kind.) De van Otterburn-stamboom bestaat voornamelijk uit Engelse otters en Nederlandse herten, maar Xanthe is ook ongeveer een achtste geit van vaderskant — je kan het zien als je het weet.

Nadat hun gewei hen verhinderde om in het loodgietersbedrijf van de familie te stappen vond Xanthe een bevredigent beroep als schrijver van goedhope horror fictie — die mag je het niet vertellen, maar De terugkeer van de vloek van het boek van de nacht van de weertaur komt deze herfst uit in de bioscopen. Hou je ogen open!

Als die niet op hun typemachine zit te hameren, verzamelt Xanthe snuisterijen en prullaria op nabijgeleken kofferbakverkopen, onderhoudt die hun tuin, of komt ze met vrienden bijeen in de Ouwe Faunhoef. (Het bier laat iets te wensen over, maar het is de enige pub in de omtrek. Waar anders zouden ze elkaar ontmoeten, een stoffige parkeerplaats?)

Xanthes vacht is egaal bruin, met lichtere vlekken op hun borst en gezicht. Vanaf hun middel hebt die de gekartelde poten en hoeven van een hert — maar ook de grote staart van een otter.

Hun verder mensachtige handen zijn gebonden door aquadynamische banden tussen vier van hun vingers, hoewel hun duim niet verbonden is en onafhankelijk kan bewegen. Op hun torso mag de artiest hun afbeelden met een platte borstkas of met een bescheiden paar borsten. Het is furry, ik hoef het niet uit te leggen.

Op naar hun hooft, het is meestal otterachtig van vorm — snorharen, neusje, kleine oren, enzovoort — met uitzondering van hun enórme geweei, waardoor die geen hoeden kan dragen. (Vertrouw me. Die hebt het geprobeerd.) Hun golvende, muisblonde haar valt tot net boven hun schouders (denk aan Jeff Bridges), geaccentueerd met een zwierige paarse streep aan één kant van de scheiding. Soms heeft die ook een blond sikje. (Je dacht toch niet dat dat achtste-geit ding terug zou komen, hè?)

Hun stem is nors, maar androgyn — een beetje als een kettingrokende Bea Arthur.

Qua mode draagt die meestal een of andere afschuwelijke kleurrijke outfit: een tie-dye jurk; een leren jas met een felroze hemd eronder; een sprankelende paarse trenchcoat. Het enige waar je zeker van kunt zijn is dat, vrouwelijk of mannelijk, textiel of in hun nakie, die altijd hun trouwe gouden caduceus-ketting zal dragen. (Twee slangen, niet één!)

Over Marcy

Duizenden en duizenden jaren geleden werd Marcy geboren. Hij is een priester in de Cultus van Phanes, een oude groep van tijdreizende hippies wie lijden voorkomen en Bacchisch vreugde verspreiden door ruimte en tijd. Door de jaren heen hebben ze tientallen oorlogen gestopt, de „spontane” vuurstakingen van 1914 opgezet, en honderden toekomstige levens aangeraakt.

Marcys verwarde gouden lokken vallen ver over zijn rug, bijna bij zijn donzige staart. Van voren gezien verbergt zijn haar twee halfdichte ogen van wazig blauw — een beetje drugs, een beetje tijdreizers-jetlag — en de lavendelbloesem op zijn rechteroor.

Zwaar gebouwd maar niet onfit, vlekjes en wondjes van vorige riten en taken stippen zijn gebruinde huid; een merkbare snee zwaait dwars door de kuit van een van zijn donkerharige poten. (Magie en medicijn zou het beter kunnen maken, maar hij vindt het nu echt wat aantrekkelijk.) Zijn dierlijkere trekken komen van een aantal verschillende hoefdieren: zijn oren zijn verwant aan die van een ree, zijn haar wordt onderbroken door twee buigende ramshoorns, en een gouden geitensik druppelt van zijn kin.

Marcy is niet particulier flamboyant, en zijn basstem doet geen poging tot vrouwelijkheid. Zoals de God waarvan zijn cultus zijn naam krijgt (en zoals meeste leden ervan) heeft hij de kenmerken van beide geslachten, hoewel je het nooit zou weten als hij er niks over zei.

Hij is niet gek op het officiële cultische uniform, een saai grijs vest van salamanderhaar. Ja, het heeft hem ontalbare keren gered van sabels en schutters, maar het verpest gewoon zijn stíj́l, man! Als hij naar een tijd van vrede reist doet hij het onmiddelijk af, zonder moer om de puriteinen van de na-Gristus-tijd. Marcy is geen compléte naturist, ondanks de reputatie van zijn soort en zijn afkeer van saaie hemden: een leren lendendoek hangt aan zijn versleten riem, doorgegeven van generatie op generatie en versierd met labyrintische patronen van meanders en knopen.

Die riem houdt alles dat hij ooit zou moeten tijdens een reis door de tijd. Een bot mes gebruikt hij voor intimidatie (maar nooit geweld); lavendel en andere… verzachtende dingen kalmeren de geest, en wat lijkt op diverse restjes — gips, rozemarijn, handontsmettingsmiddel, een mysterieuze kolf — zijn essentieel voor een ritueel als men ooit terug wilt gaan naar het verleden.

Marcy wordt langzaam boos en maakt snel een vriend, met een kille, gezellige houding en de meest onstuimige lach die je ooit zult horen. Je zou denken dat het een goede aanwinst zou zijn voor de baan, maar hetzelfde talent dat hem zo goed maakt in het verspreiden van vrede en liefde, zorgt er ook voor dat hij vaak van het plan afwijkt tijdens missies, met wat dan ook en wie dan ook hij interessant vindt. (Het record van hoe lang het duurde voordat hij terugkeerdenaar de oproepingscirkel staat momenteel op vier weken en twee dagen.)

← Startpagina

PS. Hier is mijn Furrycode.

FMO3a/FX[satyr]2w A->++ C-- D H++ M- P++ R+ T+++ W Z- !⁠Sh R# a c++l d e- f h# iwf+++ j p-- s#

Laat een reactie achter

    Wees aardig, alstublieft. Reacties worden misschien bewerkt voor spelling en hoofdlettergebruik, want ik ben een pedant. Simpel markup: *vet*, /cursief/, [//satyrs.eu koppelingen]→ Meer